Measure variables aanmaken

Measure variables zijn nodig om berekeningen uit te kunnen voeren met de antwoorden van de deelnemers. Zonder de measure variable / dependency kan er geen uitslag worden getoond op het medewerkersportaal.

Let hierbij op dat je de measure variables een naam geeft waaraan ze duidelijk zijn te herkennen. Voorbeeld: “DIX_vermoeidheid1” voor de eerste vraag van vermoeidheid uit de DIX vragenlijst. Zo zijn de measure variables later makkelijk terug te vinden, en te koppelen aan de vragen.

Stappenplan

1. Ga in het linker menu naar Measures en dan vervolgens naar Measure variables.  Je ziet nu een + add new dependency knop. Als je hierop klikt zie je typen dependencies:
   • Period: Een period dependency gebruik je als een numerieke waarde moet worden ingevoerd.
   • File: Deze dependency gebruik je om bestanden op te slaan die worden ingevoerd.
   • Free text: Een free text dependency gebruik je om open antwoorden en invulvelden op te slaan.
   • Radio buttons: Een radio buttons dependency wordt gebruikt voor elke vraag waarbij er één keuze wordt geselecteerd uit meerdere mogelijkheden.
   • Checkbox: Een checkbox dependency wordt gebruikt bij vragen waarbij deelnemers meerdere antwoorden mogen selecteren.
   • Scale: gebruik deze dependencies als deelnemers een antwoord moeten selecteren op een schaal (bv. helemaal oneens t/m helemaal eens).
   • Age: Dit is een speciale dependency die ingesteld is op het rekenen met leeftijd.
   • Gender: Dit is een speciale dependency die ingesteld is op het rekenen met geslacht.
   • SUM: een sum dependency berekent de som van twee of meerdere andere dependencies. Zorg hiervoor dat je eerst de dependencies hebt aangemaakt waarvan je de som wilt berekenen. Een dependency die afhankelijk is van andere dependencies noemen we ook wel een superdependency.
   • Average: een average dependency berekent het gemiddelde van twee of meerdere andere dependencies. Zorg dat je eerst de dependencies hebt aangemaakt waarvan je het gemiddelde wilt berekenen. Een dependency die afhankelijk is van andere dependencies noemen we ook wel een superdependency.
   • Custom: een custom dependency kan gebruikt worden als je andere rekenregels of verbanden tussen dependencies wilt berekenen. Dit zou bijvoorbeeld nuttig zijn voor het berekenen van BMI, maar ook voor andere berekeningen met dependencies, die niet berekend kunnen worden door “sum” of “average”.
2. Wanneer je een soort dependency hebt gekozen moet je een aantal velden vullen. Afhankelijk van het type dependency dat je hebt gekozen zul je sommige opties wel/niet zien staan:
   • Titel: Titel van de measure variable zoals deze in het beheer wordt getoond (geef deze een herkenbare naam).
   • Label: Dit wordt getoond in het analytics dashboard.
   • Question: dit is de vraag die de deelnemer ziet tijdens het invullen.
   • Help text: hier kun je een toelicht geven op de vraag die de deelnemer bij het invullen ziet staan (bv. extra instructie).
   • Placeholder: bij open velden kun je een placeholder toevoegen die wordt getoond zolang de deelnemer nog niets heeft ingevuld in het veld. Dit zou een voorbeeld kunnen zijn van een antwoord dat de deelnemer zou kunnen geven.
   • View: hier selecteer je hoe de vraag moet worden getoond aan de deelnemer. Voorbeelden van de beschikbare opties zie je in dit artikel.
   • Left/Middle/Right header (alleen voor Scale): hiermee geef je aan welke headers er aan de linkerkant, in het midden en aan de rechterkant van de schaal moeten worden getoond (bv. Helemaal oneens, Neutraal en Helemaal eens).
   • Min/Max value (alleen voor Period): hiermee geef je aan wat de minimale en maximale waarden zijn die in deze dependency mogen worden ingevuld.
   • Decimals (alleen voor Period): geef het maximaal aantal decimalen aan dat mag worden ingevuld.
3. Klik op ‘Save’ om de dependency aan te maken.
4. Indien je een dependency hebt aangemaakt van type ‘Radio buttons’, ‘Checkbox’ of ‘Scale’ dien je vervolgens nog de antwoordopties toe te voegen. Hiervoor klik je onderin op de knop ‘Add option’ en vervolgens vul je de volgende velden in:
   1. Value: de waarde die aan het antwoord moet worden toegekend. Dit is de waarde waarmee uiteindelijk gerekend wordt.
   2. Label (alleen radio buttons & checkbox): dit is wat de deelnemer als antwoord ziet staan tijdens het invullen van de vragenlijst.
   3. Position: met de posities geef je aan in welke volgorde de antwoordopties worden getoond. De antwoorden met positie 1 komen bovenaan/vooraan te staan, gevolgd door het antwoord op positie 2, etc.